Broedvogelinventarisatie ‘Hierdense Poort’ – 2004

Inleiding:

Eind 2003 kregen plannen om de droge Veluwe met nattere delen langs de randen te verbinden verder gestalte. Deze plannen hebben onder meer tot doel dieren meer trekdrang te gunnen en ook buiten de eigenlijke Veluwe-gebieden de natuur een herkansing te geven. In onze regio luistert het plan naar de naam ‘Hierdense Poort’. Deze ‘poort’ ligt tussen Hierden en Hulshorst en loopt vanaf de rijksweg A28, langs met name de noordoostelijke oever van de Hierdense Beek, in de richting van het Veluwemeer.

Zwarte Roodstaart – tek. Ruud Weenink ©

In goed overleg met bestaande gebruikers willen de initiatiefnemers natuur en landschap waar nodig een steun in de rug geven via allerhande maatregelen. Met de uitvoering van de plannen zijn naar schatting miljoenen euro’s gemoeid. Mede daarom is het van belang een goede monitoring op te zetten. Alleen op die manier kan worden nagegaan of het plan zich in de beoogde richting beweegt dan wel aanpassing behoeft, of doelen überhaupt gehaald worden en of de euro’s doeltreffend en doelmatig besteed zijn. Om één en ander objectief te kunnen beoordelen moet een goed beeld bestaan van de huidige natuurwaarden. Zo’n beoordeling wordt een ‘nulmeting’ genoemd. Gelukkig is er in het gebied van de Hierdense Poort in het verleden al veel geteld. Daarvan kan dankbaar gebruik gemaakt worden. Toch hebben de vereniging Natuurmonumenten,  één van de initiatiefnemers, en de KNNV het plan opgevat om in 2004 een inventarisatie uit te voeren van planten, dieren, amfibieën, reptielen, insecten, zoogdieren en vogels. Het bestuur van de Vogelbeschermingswacht heeft besloten bij dit plan aan te haken voor wat betreft de vogels.

Methode:

Bij het inventariseren van vogels is de werkwijze gevolgd die ook gehanteerd werd bij het SOVON broedvogel atlasproject (1998-2000). De inventarisaties beperkten zich tot zes aanéénsluitende kilometerhokken aan de noordwestzijde van de Zuiderzeestraatweg: Oostermheen (2637-35, 2637-45), Waterweg-monding (2638-31, 2638-41) en Hoophuizen-Essenburg (2638-32/22 exclusief water), 2638-42/52, exclusief deel bezuiden de Zuider-zeestraatweg). Het populierenbos Grote Weiland werd hierbij niet doorkruist maar vanaf de omringende wegen geïnventariseerd waardoor mogelijk een aantal bosvogelsoorten over het hoofd is gezien.

In de periode tussen 17 april en 19 juni is het gebied gedurende zes vroege ochtenden bezocht waarbij per datum steeds 3 van de 6 hokken zijn doorlopen. Startpunt en loopvolgorde zijn per datum afgewisseld. Gemiddeld werd niet langer dan een uur in een kilometerhok verbleven. Waargenomen soorten (zicht, gehoor) zijn op kaarten met een resolutie van 500 x 500 meter ingetekend. Op basis van deze waarnemingslijsten is aan het einde van het broedseizoen een semi-kwantitatieve schatting gemaakt van aantallen, vergelijkbaar met het SOVON broedvogel atlasproject. Dat wil zeggen dat voor de meeste soorten is aangegeven of een soort met 1 broedpaar, met 2-5, met 6-10, met 11-15, etc…..verondersteld wordt gebroed te hebben in de zes kilometerhokken. Het waarnemingsbestand is verder aangevuld met losse waarnemingen tijdens het broedseizoen, waaronder die van enkele avond- en nachtbezoeken.

De waarnemingen konden worden vergeleken met eerdere inventarisaties in (delen van) hetzelfde gebied: een streeplijst van de Vogelbeschermingswacht uit 1997, de SOVON broedvogelatlas waarnemingen uit 2000, de weidevogeltellingen 1993-2004 van Hans Raaijmakers en losse waarnemingen uit de desbetreffende rubriek in Anser van de afgelopen tien jaar.

Resultaten & conclusies:

In het onderzochte gebied zijn 65 waarschijnlijke broedvogelsoorten vastgesteld. Daaraan konden 10 broedvogelsoorten worden toegevoegd die mogelijk ook in het gebied zelf broeden. Daarnaast zijn nog 19 andere soorten waargenomen waarvan kan worden aangenomen dat ze niet gebroed hebben (fourage, doortrek, pleisteren). Opmerkelijke aanwezigen waren Kwartel, Steenuil, Kerkuil, IJsvogel, Kleine Bonte Specht, Grote Karekiet, Roodborsttapuit, Ransuil en Krooneend. Daar staat tegenover dat, in tegenstelling tot eerdere inventarisaties, Watersnip, Zomertortel, Zwarte Roodstaart en Wielewaal in 2004 ontbraken. Onderstaand overzicht geeft de vastgestelde vogelsoorten en de ingeschatte aantallen broedparen aan.

In de loop van 2005 zal de KNNV een verslag van het gehele project uitbrengen, waarin meer gedetailleerd zal worden ingegaan op de vastgestelde vogelsoorten.

Het plangebied voor de Hierdense Poort noordwestelijk van de Zuiderzeestraatweg huisvestte ook in 2004 een soortenrijke vogelbevolking. Verrassingen ten opzichte van eerdere jaren deden zich niet voor. De door ons geschatte dichtheden van weidevogels waren echter belangrijk lager dan die in andere inventarisaties van hetzelfde gebied.

Het gebied dankt zijn omvang en samenstelling van de vogelbevolking vermoedelijk sterk aan de betrekkelijke openheid. Het kan niet worden uitgesloten dat handhaving van deze openheid op gespannen voet staat met wensen om verbindingszones te scheppen voor bepaalde diersoorten. Openheid is evenmin gebaat bij verruiging. Voortgezet landbouwkundig gebruik kan een dergelijke verruiging tegengaan. Dat laat onverlet dat het huidige landbouwkundige gebruik aanmerkelijke aanpassingen behoeft op het gebied van waterhuishouding, bemesting, inscharings- en maaibeheer, om het alsnog een geslaagd weidevogelgebied te laten worden. Toekomstige beheerders zullen met de voornoemde aspecten nadrukkelijker rekening moeten houden.

Foeragerende & doortrekkende soorten  (19):

Grote Zilverreiger, Roerdomp, Blauwe Reiger, Ooievaar, Grauwe Gans, Krooneend, Nonnetje, Visarend, Havik, Bruine Kiekendief, Blauwe Kiekendief, Boomvalk, Goudplevier, Wulp, Kokmeeuw, Raaf, Beflijster, Tapuit & Kramsvogel

Contactpersoon:

* Jaap Schröder  –    tel. 0341-416324 – e-mail: schroder.zoomers@caiway.nl