Reisverslag Falsterbo, september 2008

‘Vleugels over Falsterbo’, is de letterlijke vertaling van het boek ‘Wings over Flasterbo’ van Lennart Karlsson uit 2004. Een gevleugelde en dubbelzinnige titel omdat het woord wings op verschillende manieren kan worden uitgelegd. Wings kan namelijk ook vertaald worden als vluchten of trekbewegingen van vogels. Falsterbo ligt in het meest zuidwestelijke puntje van Zweden en is één van de beste locaties om in het najaar de massale vogeltrek te volgen. In die wetenschap besloten we in september 2008 met een aantal mensen van de VBW en KNNV Epe-Heerde naar deze locatie af te reizen. Een verslag ter plaatse.

Donderdag 25 september:

Omstreeks 7.30 uur verzamelen 8 vogelaars zich op een nog schemerige parkeerplaats in Zwolle-Noord: Adrie Hottinga, Gert Prins, Rudie Heideveld, Gerrit Jan van Dijk, Roel Pannekoek, Jaap Schröder, Pascal Wink en ondergetekende. Met volgepakte auto’s en klaar voor een flinke autorit wordt de reis ingezet. In de auto wordt menig (aangedikte) anekdote verteld over de eerdere bezoeken aan Falsterbo.

De berichten op internet in de afgelopen week laten echter zien dat er in deze periode rond Falsterbo verrassende dingen kunnen gebeuren. Zo zijn er in het bosje achter de vuurtoren 22 Ruigpootuilen neergestreken en is er op de ringplaats in datzelfde bos een Blauwstaart gevangen. Dat stemt uiteraard hoopvol en ook de weersverwachtingen voor de komende dagen klinken aangenaam. Net na de middag bereiken we de veerpont bij het Noord-Duitse Puttgarden. Hier maken we de oversteek naar Denemarken. In tegenstelling tot de veertochten naar onze Waddeneilanden is er onderweg vrijwel geen vogel te zien. Wel is het prachtig zonnig weer en aangenaam toeven aan dek. Bij aankomst staat ons opnieuw een flinke autorit te wachten, dwars door het oostelijke deel van Denemarken. Bij Kopenhagen nemen we tegen het einde van de middag de tunnel richting Malmö, die overgaat in de nieuwe Sontbrug: een indrukwekkend bouwwerk die de ruim 15 km brede ruimte tussen Denemarken en Zweden grotendeels overspant. Na de brug is het nog een klein uurtje rijden voor we rond 17.00 uur de ‘Ljungengs camping’ bij Falsterbo oprijden. We checken in en zoeken ons verblijf op, bestaande uit 2 typisch Scandinavische blokhutjes. De beheerder komt polshoogte nemen en heeft een onaangename verrassing in petto: de camping gaat na zondag dicht en ons verblijf zal daarom een dag eerder worden afgebroken dan gepland. In de bevestiging van onze reservering tot en met maandag bleek hij dit echter nooit gecommuniceerd. Bedenkend hoe we dit op gaan lossen besluiten we voor zonsondergang nog even naar het nabij gelegen strand te lopen. De Oostzee ligt er rustig bij en de zon laat zich langzaam achter de eindeloze horizon zakken. Op het water zien we nog Roodhalsfuut en Middelste zaagbek en langs een meertje tussen de duintjes trekt een Smelleken snel het berkenbos in. Terug in ons verblijf wordt een voedzame maaltijd bereidt en drinken we nog een gezamenlijke borrel. Daarna zoekt een ieder zijn slaapplek op en zijn we benieuwd wat ons de komende dagen te wachten staat.

Vrijdag 26 september:

De volgende morgen werpen we meteen een blik uit het raam, wat er niet echt hoopvol uitziet. De camping is in mist gehuld en het laat zich raden dat dit ook het geval zal zijn op de telpost enkele kilometers verderop.

Het is een klein eindje rijden naar de golfbaan, waar al flink wat auto’s staan geparkeerd. De telpost ligt op de uiterste zuidpunt van de golfbaan, langs de rand van het water. We arriveren hier rond 6.15 uur en, hoewel het nog steeds erg schemerig en mistig is, doemen er steeds meer vogelaars op. Dan is het wachten op meer licht en de eerste meldingen van overtrekkende vogels. Op gehoor worden in ieder geval al wat vinken en leeuweriken gelokaliseerd. Dan begint de zon langzaam op te stijgen en bevinden we ons in een haast surrealistische omgeving.

Het door de mist gefilterde zonlicht werpt om ons heen gedaantes op alsof achter een wit laken een schimmenspel wordt opgevoerd. Het zijn de gestalten van zeker 150-200 vogelaars achter statieven. De groep bestaat uit veel Nederlanders en voor de rest uiteraard Zweden, Denen en wat Duitsers. Als de mist eenmaal echt is opgetrokken zien we in de verte ook de vuurtoren (in de steigers) staan en wordt het zowaar stralend nazomerweer met bijna geen wind. In de lucht zien we nu ook groepen Houtduiven overtrekken. De zangvogeltrek lijkt vooralsnog tegen te vallen, hoewel er af en toe wel wat klein spul voor ons in de struiken valt. Meestal betreft het mezen of vinken. Later horen we dat door de zwakke wind heel veel zangvogels op grote hoogte en buiten ons gezichtsveld zijn overgetrokken. Een sterke wind, waardoor de vogels laag overvliegen, zou dan beter zijn, maar je kunt immers niet alles hebben. Dan wordt de aandacht getrokken door eerst een Waterral en even later een Porseleinhoen die zich langs een slikrandje uit de begroeiing wagen. Ondanks de enorme drukte en de korte afstand lopen de vogels ongestoord te foerageren of staan zich even te wassen. Na 10.00 uur houden we het hier voor gezien en rijden we Falsterbo uit om iets westelijker langs een kanaal plaats te nemen dat de punt van Falsterbo en Skanör tot een soort schiereiland maakt.

Roofvogels tellen vanuit de luie stoel langs het kanaal bij Falsterbo

Dit is, net als het heideterrein naast onze camping, een goede stek om trekkende roofvogels over te zien komen. Al snel zien we in de verte stipjes boven de bomen hangen die steeds dichterbij komen. Al snel herkennen we Buizerd, Sperwer en de eerste Rode wouwen. Deze laatste komen soms als eenlingen over, maar meestal in gezelschap van een aantal soortgenoten. Na een dikke 3 uur tellen vanuit een stoeltje, komen we op een totaal van in ieder geval 185 Buizerds en 42 Rode wouwen. Ook noteren we Bruine kiek, Zwarte specht en Grote gele kwikstaart. Terug op de camping nemen we de tijd voor een lekkere buitenlunch en horen we nog Groene specht en Barmsijs. Ook hier komen Rode wouwen over, 3 stuks. We rijden daarna naar Skanör, een plaats grenzend aan Falsterbo. Langs de noordkant van de bebouwing liggen flinke stukken braakland; stukjes niemandsland die je in ons land eigenlijk niet meer ziet. Hier ontdekken we onder andere een Grauwe klauwier (V), Tapuit en Roodborsttapuit. Verder naar het noorden zoeken we een plekje op nabij een slenk, waar honderden ganzen en wat Aalscholvers zitten, maar verder geen bijzondere soorten. Op de terugweg zien we nog een vrouw Blauwe kiekendief. Bijna in de schemering lopen we terug in Falsterbo nog een rondje om het kerkje, waarnaast ook het vogeltrekstation is gelegen. Hier horen we nog 1-2 Zwarte spechten. Als we rond 19.00 uur opnieuw een lekkere maaltijd hebben genuttigd lopen we nog een eindje rond nabij de camping. De Ruigpootuilen rond de vuurtoren zijn sinds enkele dagen verdwenen, maar het gerucht gaat dat er nog steeds enkele vogels rondscharrelen en zelfs op de camping zijn gehoord. Later vertellen onze Twentse vogelburen dat er ook figuren waren die met bandrecorders probeerden de vogelaars op de camping het hoofd op hol te brengen. Wel had één van hen de vorige avond een Das zien lopen bij het toiletgebouw. Wij zien of horen niets tijdens onze wandeling en gaan, opnieuw na een borrel, rustig slapen.

Zaterdag 27 september:

De start (we staan iets voor 6.00 uur op) is vanmorgen gelukkig niet mistig maar wel bewolkt en er staat duidelijk meer wind. Door het betere zicht is er wel meteen wat meer te zien langs de waterkant. Op de slikrandjes voor ons zien we Bonte strandloper en Zilverplevier, maar met de zangvogeltrek wil het (voor zover zichtbaar) niet echt op gang komen. Uiteraard jammer, want het blijkt hier heftig te keer te kunnen gaan met vele duizenden vogels die het vaste land verlaten en de zee op vliegen. Als we later teruglopen langs het bosje achter de vuurtoren zien we enkele medewerkers van het vogelringproject lopen. De vangst is ook hier beperkt tot wat mezen, vinken en een enkele Tjiftjaf of Fitis. Enkele netten staan opgesteld net buiten het omheinde bos en de medewerkers nemen even de tijd om een paar vogels te laten zien. We zijn rond 9.00 uur terug op de camping om ons klaar te maken voor een dagtocht. Gisteren hadden we namelijk al besloten om de rest van de dag het binnenland van Zweden in te gaan. Voor vertrek zien we 2 Grote gele kwikken overgaan en net buiten de camping de eerste 2 Rode wouwen van vandaag. Onderweg probeer ik de telling enigszins bij te houden. Tot aan onze eerste vogelspot bij het Börringesjön tel ik zo’n 30 Rode wouwen. Door het glazen dak in onze auto zien we sommige vogels de weg kruisen, waardoor we de prachtig getekende onderkant van de vogels heel mooi kunnen zien. De meeste andere vogels zien we wiekelend boven het glooiende landschap. Inmiddels is de zon volop gaan schijnen en het zicht over het meer Börringesjön en het omliggende landschap is prachtig. We nemen hier even de tijd om vanaf een wat hoger gelegen punt de omgeving af te speuren. Dit levert in ieder geval een Raaf en enkele Rode wouwen op.

Speuren naar de zeearend bij de Börringesjön

Volgens de reisgenoten die hier al eens vaker geweest zijn, worden er op deze plek ook regelmatig Zeearenden gezien. Dit wordt inderdaad bevestigd door een grote roofvogel die in de verte over het meer vliegt. Aan de lichte staart zien we dat het om een adulte vogel gaat.

Na wat binnenweggetjes in de omgeving die weinig nieuws opleveren zetten we koers richting Fyledalen. Deze plek staat bekend om de Steenarend die daar in de omgeving broedt. Het is rond lunchtijd als we hier arriveren en bij het lostrekken van de inmiddels beroemde eierkist van Adrie laten we ons de buitenlunch opnieuw goed smaken. We hebben hiervoor een hoger punt uitgezocht langs een vallei, die goed zicht geeft op de achterliggende heuvels en bossen. De zon voelt haast zomers aan en in een ontspannen ligstand in het gras speuren we de lucht af naar de gehoopte arenden. Ook hier zijn weer Rode wouwen aanwezig (we zien er ca. 10) en in de verte wordt ook nog een Zwarte wouw gezien. Ook  glijdt er een Slechtvalk door de vallei. Dan wordt alle aandacht getrokken door een groot silhouet tegen de blauwe hemel. Het is een Steenarend die naar boven schroeft en met de telescoop prachtig te bekijken is. Wanneer we enige tijd later terug naar de auto lopen worden er nog 2 vogels boven de vallei gezien. Het betreft een adulte vogel met een nog bedelend jong, waarbij de oudervogel goed te herkennen is aan de kenmerkende witte vlekken in de vleugels. De vogels gaan daarna zitten in een boom tegen een heuvel aan de overkant van de vallei. Een indrukwekkende soort.

Onze eindbestemming van vandaag, het merengebied Krankesjön, ligt een heel eind noordoostelijk van Malmö. Het gebied is enigszins te vergelijken met onze Oostvaardersplassen. Aan de rand van het moerasgebied staat een fraaie uitkijktoren, waar we ook onze Twentse campingburen treffen.

De uitkijktoren bij Krankesjön geeft een prachtig uitzicht over het gebied

Op het water zitten wat eenden en meerkoeten, maar het levert vooralsnog geen nieuwe soorten op. Wel horen we een IJsvogel roepen en wordt er in het bosje naast de toren regelmatig een Kortsnavelboomkruiper gehoord. Met een paar mensen nemen we nog even een kijkje in een vogelhut die op loopafstand van de toren staat. Via een lang vlonderpad bereiken we de hut die aan de buitenrand van de brede rietkraag staat, maar we zien hier dezelfde soorten als vanaf de toren met de telescoop te zien waren. De achterblijvers spotten vanaf de toren nog een overvliegende Notenkraker. Nabij de parkeerplaats zien we bij vertrek (rond 16.30 uur) een Klapekster en bij het verlaten van het gebied een vrouw Blauwe kiekendief. Als we tegen 18.00 uur terug zijn op de camping is er gelegenheid om even lekker te douchen en opnieuw een lekkere maaltijd te nuttigen. We rijden daarna nog even naar het vogeltrekstation van Falsterbo, dat we door het donkere bos op de tast weten te vinden. Ik koop een boekje met goede vogelplekken in Zuid-Zweden, want wat mij betreft is dit niet de laatste keer dat ik in deze omgeving kom om te vogelen. De dag wordt op gepaste wijze afgesloten met een gezellig samenzijn en bijbehorende neut.

Zondag 28 september:

Zoals duidelijk werd bij aankomst is dit onze laatste dag in Falsterbo omdat na vandaag de camping dicht gaat. De laatste nog aanwezige vogelaars zijn blijkbaar niet rendabel genoeg om de camping nog een week of 2 langer draaiend te houden. We staan rond 6.00 uur op en een klein uurtje later lopen we weer langs de golfbaan op weg naar de zuidpunt. Er blijkt vandaag een straffe westenwind te staan en we besluiten in de luwte van een bosje bij de vuurtoren te gaan staan. Zoals verwacht blijkt de wind ongunstig voor de trek en even begint het nog licht te regenen. Daarna breekt het snel open en reikt het zicht vele tientallen kilometers ver, zodat we ook de Sontbrug bij Malmö over de volle lengte kunnen zien.

Ondanks de sterke wind gaan we nog even polshoogte nemen bij de zuidpunt, waar duidelijk minder vogelaars staan dan de voorbije dagen en het behoorlijk koud aanvoelt. De vaste tellers zitten lekker in de beschutting van een windscherm, wat meer weg heeft van een bushokje. Door het wegblijven van de zangvogeltrek is de aandacht van veel vogelaars verlegd naar de zeekant. Hier zien we een hele mooie Kleine jager vliegen en aan de horizon glijdt het onmiskenbare sikkelsilhouet van een (Grauwe) Pijlstormvogel. Het vliegbeeld van de vogel wordt al voor de Sontbrug ‘opgepikt’ en de vogel zakt snel naar de zuiden, waar hij vanaf ons punt goed te zien is. Het is een mooie afsluiting van een toch erg zuinige oogst wat betreft zangvogeltrek. Het mooie weer van de afgelopen dagen heeft op dit punt is ons nadeel gewerkt. Tja, je kunt ook veel trek hebben en staan te vernikkelen in wind en regen. Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik liever heb.

Terug op de camping zorgen we met z’n allen dat de huisje bezemschoon en netjes worden achtergelaten. Tegen tienen parkeren we de auto net buiten het campingterrein, waar we nog even plaats nemen aan de rand van de heide. Mogelijk dat er nog wat roofvogeltrek op gang gaat komen. Uit de wind is het nog heerlijk toeven hier, maar qua roofvogels blijft het beperkt tot 8 Buizerds en 1 Sperwer. We besluiten dat het mooi is geweest en om 11.20 uur laten we Falsterbo achter ons en maken niet veel later weer de oversteek naar Denemarken. Net voor de boothaven richting Puttgarden nemen we op een verlaten landweggetje nog een snelle lunch. Op de boot zoeken we een plekje uit de wind en de autorit door Duitsland verloopt daarna aardig vlot. Bij Cloppenburg vinden we een goed wegrestaurant voor een traditionele Duitse maaltijd (schnitzel). Daarna rijden we afzonderlijk van elkaar terug naar de Veluwe, waar we aan het einde van de avond thuiskomen. Door ons eerdere vertrek uit Zweden hebben we daarna allemaal nog een extra vrije dag om bij te komen.

Het was een enerverend weekend en, ondanks een mindere vogeltrek, zeker de moeite waard om nog eens te herhalen.

Inlichtingen: Benno van den Hoek – tel. 06-12192978, e-mail: bennovdhoek@hotmail.com