Reisverslag 2009
Door: Kees Rebel
Voor een kort verblijf in het buitenland was dit jaar de keuze op New York (NY) gevallen. Deze stad van superlatieven wordt ook wel ‘The Big Apple’ genoemd. Deze metropool wordt door de vele wolkenkrabbers gekenmerkt. Het aantal inwoners bedraagt 8 miljoen en tijdens werkdagen bevolken ongeveer 33 miljoen mensen de kantoren en de straten van New York. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn o.a. The Empire State Buiding, Times Square, Wall Street, Central Park en het Vrijheidsbeeld. Door de straten rijden continue taxi’s (yellow cabs) en hulpdiensten, zoals brandweer en politie, meestal met sirenes aan. Dit zorgt non-stop voor een hoop lawaai en door alle hectiek lijkt de stad soms wel op een gekkenhuis, maar waarbij wel enige vorm van organisatie te bespeuren valt. Om dit allemaal te ervaren werd op 14 mei 2009 het Europese Continent door middel van het vliegtuig verlaten. Het toestel van Delta Airlines met vluchtnummer KL 6063 landde nog dezelfde dag op Newark Liberty International Airport. Hierna was het zaak om in Manhattan te geraken. Om het vliegveld te verlaten werd de airtrain genomen en vanuit de cabine van deze railverbinding werd vrijwel direct een Grote Zilverreiger in een plasje waargenomen. Er werd overgestapt in Penn-station Newark en daarna werd met een regionale treinverbinding (NJE) al spoedig Penn-station Manhattan bereikt. Hierna was het nog slechts enkele minuten lopen naar het hotel en in dit geval was voor een kort verblijf hotel The New Yorker gekozen. Door de ligging van dit luxe onderkomen op de hoek van de 8th Avenue en de 34ste Street was het een ideale uitvalsbasis voor het shoppen en in dit kader aan winkels zeker geen gebrek. Hierbij mag een bezoek aan het grootste warenhuis ter wereld, Macy’s, en de belangrijkste winkelstraat, Fifth Avenue, niet ontbreken. Ook het Central Park was vanuit dit hotel gemakkelijk per voet te bereiken. Speciaal voor een bezoek aan dit wereldberoemde park was de verrekijker als handbagage meegenomen.
Na een paar dagen shoppen werd op 17 mei de metro (subway) naar het zuidelijkste punt van Manhattan genomen. Bij het woord ‘metro’ denkt men al snel aan donkere metrostations met de nodige graffiti en smerige rijstellen, vol met Mike Tyson-achtige types. Echter, het tegendeel bleek waar. Hier bevinden zich de veerboten naar Liberty Island, waar aldaar het Vrijheidsbeeld van nabij te bewonderen is. Deze opstapplaatsen liggen aan een park, namelijk Battery Park. Helaas waren de weersomstandig deze dag niet gunstig. Er stond een stevige wind en het was betrekkelijk koud. Juist in dit park is weleens een Robijnkeeltje (kolibrie) waargenomen. Getuige een filmpje op Youtube. Maar zoals eerder gememoreerd gooide het weer roet in het eten. Het zoeken naar deze kolibrie werd in feite een soort ’Mission Impossible’. Het bleef dus bij een kort bezoek en er konden alleen Huismussen, Spreeuwen en Grijze Eekhoorns worden waargenomen. Via Wall Street werd de metro naar het hotel genomen. Na een korte rustperiode werd het nu toch eens tijd om het Central Park te bezoeken. Direct al bij de ingang van dit voormalige moeras werden de eerste Roodborsten, lijken overigens meer op Merels met een oranje borst, Huismussen, Spreeuwen en Grijze Eekhoorns gezien. Op goed geluk werd een wandelpad aan de oostzijde van het park gevolgd. In eerste instantie was er weinig te ontdekken. Echter er werden in een later stadium wel twee foeragerende Tortels op een grasveld waargenomen. Na bestudering van de determinatiegids bleek het om Treurduiven (Mourning Doves) te gaan. Overigens werd deze gids veelvuldig geraadpleegd. Dit gold ook voor de Zwarte troepiaal (Rusty Blackbird). Deze vogel werd nabij een speelvijver ontdekt. Hier zwommen ook nog eens Grote Canadese Ganzen en Wilde Eenden met slechts één pul.
Om toch maar niet te veel af te dwalen werd de weg in noordelijke richting aan de westzijde vervolgd. Een half uur later, tijdens de wandeling richting het middelste gedeelte van dit terrein, vloog een Roodstaartbuizerd over. Toevalligerwijs werd een ideale vogelstek nabij een kasteeltje ontdekt. Hier was een vijvertje met allerlei soorten beplanting. Nu was het een kwestie van stilstaan en wachten. Het geduld werd eigenlijk al vrij snel beloond, want de eerste Blackbirds kwamen vrijwel direct in het vizier. Hierbij ging het om de Katvogel (Catbird) en de Epauletspreeuw (Red-Winged Blackbird).
Tevens werd er een foeragerende Amerikaanse roodstaart (American Redstart) gespoten deze soort werd in een later stadium op meerdere locaties waarge-nomen. Plotseling dook nog een andere vogel op vanuit een bosje. Deze vogel was blauw gekleurd en het bleek bij nader inzien een Blaauwe gaai (Blue Jay)te zijn. Na deze soort in het notitieboekje te hebben genoteerd werd de wandeling vervolgd. Al spoedig werd een volgende vijver bereikt. Hier bevond zich een houten bruggetje en het overbrugde de grote vijver met een ondiepe uitloper van deze vijver. Met enige verbazing werd meteen een Kwak ontdekt. Deze reigerachtige stond op slechts vijf meter afstand te rusten op een steen. Nog opmerkelijker betrof het feit dat iets verderop tussen het riet een tweede Kwak werd gesignaleerd. Maar daar bleef het niet bij. Tijdens het bekijken van deze vogels kwam ook nog eens een Groene Reiger door het kijkerbeeld gelopen. Overigens is deze reigersoort in feite maar iets groter dan een Waterral. Dit schouwspel werd eveneens door twee inheemse vogelaars gade geslagen. Volgens deze personen was het een ‘Lucky day’. Zelfs voor hen was de aanwezigheid van twee Kwakken tegelijkertijd in deze plas zeer bijzonder te noemen. De verklaring voor de aanwezigheid van deze soorten had ongetwijfeld te maken met de jaarlijkse vogeltrek vanuit het zuiden, die juist in deze periode volop gaande was. Enigszins opgetogen werd het park verlaten en na een stevige wandeling door de drukke 8th Avenue werd het hotel weer spoedig bereikt.
Enkele dagen later, namelijk op 19 mei, werd het Central Park wederom bezocht. Dit keer werd de metro tot de 76ste Street genomen. Het weer was redelijk opgeknapt en de zon scheen volop. Tevens was het nagenoeg windstil. Ideale omstandigheden voor het zien van ‘warblers’. Vanuit de metro was het slechts enkele minuten lopen naar het park. In het begin nog zoekende naar het juiste pad en op dat moment werd de aandacht getrokken door een zingende loofzanger. Verderop stond een wat oudere vrouw met verrekijker in de hand eveneens naar deze vogel te luisteren. Helaas wist de persoon in kwestie niet wat hier zong. Al speurende werd er wel hoog in de boom een Zwartkopzanger (Black Poll) ontdekt. Na een kort gesprek werd kenbaar gemaakt dat op deze dag maar weinig ‘warblers’ aanwezig waren. Wel was het mogelijk om in deze periode Pestvogels in het park aan te kunnen treffen. Helaas, deze vogels werden niet aangetroffen. Een kwartiertje later werd de grote waterpartij gevonden. Deze enorme waterplas ligt in het noordelijkste deel van het park tegen de wijk Harlem aan. Bij de waterkant waren meteen de onvermijdelijke zwermen muggen te vinden. Maar deze vliegende insecten waren wel de voedselbron voor de rondvliegende Boerenzwaluwen en (Noord-Amerikaanse) Ruwvleugelzwaluwen (Rough Winged Swallows).
Met de verrekijker werd het meer afgespeurd en er werden tientallen Amerikaanse Zilvermeeuwen en enkele foeragerende Geoorde aalscholvers (Double Crested Commorants) gesignaleerd. Slechts één eend dreef op het water en volgens de boeken bleek het om een Rosse stekelstaart (Rudy Duck) te gaan. Na een korte pauze werd naar het bewuste kasteeltje met z’n weelderige begroeiing gezocht. Via diverse verwijzingsborden werd
deze locatie snel teruggevonden. Hier werd halt gehouden en was het wachten op de dingen die zouden gaan gebeuren. Weldra kwamen een Prairiezanger (Prairie Warbler) en een Gewone maskerzanger (Yellow Throat) in het vizier en tijdens het zoeken in de vogelgids vloog plotseling een Rode Kardinaal (Northern cardinal, foto)) vlak langs om vervolgens in het struikgewas te verdwijnen. Dit was de bewuste wenssoort! Overigens staat deze soort ook vaak op postzegels afgebeeld. Deze knalrode vogel met kenmerkende kuif is nog wel een tijdje op het netvlies blijven hangen. Normaal gesproken zou men na een dergelijke ontmoeting direct zeggen: “Inpakken en wegwezen”. Toch werd van dit gebruikelijke parool afgeweken. Gelukkig maar, eventjes verderop, werd er op een bankje plaats genomen. Ogenschijnlijk passief, maar dit was echter schijn.
De omgeving werd scherp in de gaten gehouden en in slechts enkele minuten tijd werden twee spechten van zeer nabij waargenomen, namelijk de Roodbuikspecht (Red Bellied Woodpecker, foto) en de Ladderspecht (Ladder-Backed Woodpecker). Na deze ontmoeting werd de wandeling weer voortgezet en kwam de vijver met de bewuste reigerachtigen weer in zicht. Ondertussen kon er nog een Boslijster (Woodtrush) worden bijgeschreven. Bij de vijver aangekomen vlogen enkele Grote Zilverreigers op. Vandaag bleek overigens nog maar één Kwak aanwezig te zijn. Terwijl een professioneel uitziende natuurfilmer deze vogel aan het filmen was, kwam de Groene Reiger ook weer aangelopen. Ondertussen werd de omgeving in de gaten gehouden. Niet geheel zonder succes.
De walkanten van deze vijver waren modderig van aard. Dit had een aantrekkingskracht op bepaalde vogelsoorten. Vanuit het niets landde een soort oeverloper op deze modderige bodem. Deze steltloper begon direct te foerageren. In de vogelgids was deze vogel snel gevonden en het bleek om de Amerikaanse oeverloper (Spotted Sandpiper) te gaan. Na deze ontmoeting werd het tijd om terug naar het hotel te gaan. Het was nog een behoorlijk stuk lopen naar de uitgang van het park. Het karakter van het park veranderde van weelderige begroeiing naar kale gazons en honkbalvelden. Her en der was er nog wel wat aanplant in de vorm van een boom. En jawel, vlak voor de uitgang zat een oranje/zwarte vogel in een boom. Deze vogel was druk aan het foerageren en werd al snel in het kijkerbeeld gevangen. Deze kleurrijke vogel bleek bij nader inzien een Baltimoretroepiaal (Baltimore Oriole) te zijn. In ieder geval zorgde deze soort voor een mooie afsluiting van het ‘allerlaatste’ bezoek aan het Central Park.
New York wordt jaarlijks door miljoenen toeristen bezocht. De meeste bezoekers komen er om te shoppen. Zeker nu de dollarkoers aan de lage kant staat. Ogenschijnlijk lijkt hier voor natuurliefhebbers weinig te zoeken. Down-town Manhattan kent wel enkele kleine parken, zoals Bryant Park, Battery Park en Washington Square Park, waar nog redelijke aantallen Huismussen te vinden zijn. Verder patrouilleren in de vroege ochtenduren Amerikaanse Zilvermeeuwen door de straten. Voor de ‘echte’ natuur schijnt Long Island een uitste-
kende locatie te zijn. Om toch enkele typische Amerikaanse soorten te scoren is het Central Park een uitstekend alternatief. Deze groene long, ingeklemd tussen Harlem en Manhattan, is een oase waar nog serene rust heerst en is daarom zeer geliefd bij de trimmers die er dagelijks hun rondjes lopen. Ook kent het park een behoorlijke diversiteit aan vogelsoorten. Vooral tijdens de voorjaarstrek kunnen vele soorten ‘warblers’ in dit park neergestreken zijn. Door de voor ons totaal onbekende geluiden zijn ze in feite niet te determineren, dus elke waarneming gaat nog gewoon op zicht. Verder kent dit park opvallend genoeg een gezonde stand van de Huismus. Ook de aantallen Roodborsten en Grijze Eekhoorns zijn voor dit gebied relatief gezien hoog te noemen. Het bezoek aan New York kent in feite twee kanten. De discrepantie bestaat uit de algehele hectiek die juist zo kenmerkend is voor een grote stad en dat eigenlijk in tegenspraak is met de rust die normaal gesproken bij een stadspark hoort. Uiteindelijk werd deze stad met z’n twee uitersten op 20 mei verlaten. De vlucht verliep voorspoedig en de KL 6064 landde op de 21ste om 6.00 uur weer op Amsterdam Schiphol. Maar nu wel met een jetlag en een ervaring rijker. Hierbij valt vooral niet te vergeten een koffer vol nieuwe kleding en een notitieboekje met twee velletjes vol van waargenomen Amerikaanse soorten.
Inlichtingen: Kees Rebel – tel. 06-20818714 – e-mail: kees.rebelzeetrek@hotmail.com
Foto’s: internet.